Restaurant 't Oosthof
Snellegem - Jabbeke
Ontstaan.
Het Oosthof te Snellegem was vroeger een van de belangrijkste en oudste hofsteden van West-Vlaanderen. Het bestond reeds in 941 en is ongetwijfeld veel ouder. Het was immers de centrale landbouwuitbating van de fiscus te Snellegem, een koninklijk domein uit het Merovingische tijdperk.
Het Oosthof lag op een van de meest verheven plaatsen van het domein, op 14,02 m. boven de zeespiegel.
In 941 schonk graaf Arnulf I met een diploma de helft van zijn domein Snellegem aan de Sint-Pietersabdij te Gent. De abdij kreeg onmiddellijk de herenwoning in volle eigendom, terwijl de graaf het vruchtgebruik van wat er nog overbleef van de halve fiscus tot aan zijn dood voor hem zelf behield. Het diploma werd op 20 oogst 951 door koning Lodewijk IV bekrachtigd. Rond 953 sluit de graaf een ruilverdrag met de Sint-Pietersabdij waarbij hij de kerk van Afsnee en verschillende landerijen in de omgeving van Gent aan de abdij geeft en van haar de helft van de kerk Snellegem krijgt, dit is de herenwoning met de boomgaard en 8 hoeven waar de lijfeigenen op woonden.
Een beetje geschiedenis.
In de 13e eeuw woonden de ridders van Roden op het hof. Ze waren afkomstig uit het land van Rode (Schelderoden). De ridder van Roden was panetier (broodmeester) van de graaf en maakte deel uit van het hof van de graaf. Een verblijf in de omgeving van Brugge was dus een voordeel.
Gerardus I van Roden reisde in 1189 naar het heilig land.Na zijn thuiskomst is hij vurig aanhanger van de graaf, ook wanneer die een verbond sloot met de koning van Engeland. Hij bleef de graaf trouw wanneer andere Vlaamse ridders ontrouw werden. Hij werd een vertrouwensman van de koning van Engeland en reisde voor hem naar Duitsland met grote sommen geld. Hij kreeg uitgestrekte domeinen in leen in de graafschappen Lincoln en Nottingham.
Gerardus II van Roden, gehuwd met Margareta van de Woestine, deed een stichting op het huis waar Jacob de Coster woonde, binnen het kerkplein. Jacob de Coster is eigenlijk Jacob van Maerlant, geboren te Maerlant in het noordwesten van Brugge.
Onder Gerardus III van Roden was Jacob van Maerlant nog 10 jaar klerk. In de tweede helft van de dertiende eeuw bestuurde Gwijde van Dampierre met zijn moeder het graafschap Vlaanderen; het hof van de graaf werd verfranst. Te Snellegem komt er een ridder ‘Monsegneur Cretien de Snellenghien.’ Hij moest voor de graaf de grenzen helpen aanduiden tussen de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen en tussen Henegouwen en Namen.
Ridder Rogier van Meetkerke kwam in het begin van de tweede helft van de 14e eeuw het Oosthof bewonen. Rogier van Meetkerke bouwde er een kasteel.
De van Meetkerke’s bleven meer dan twee volle eeuwen op het Oosthof;
Hendrik van Meetkerke1365 -1453,
Jean-Baptist van Meetkerke, gestorven in 1458,
Jacob van Meetkerke 1458 -1505,
Jacob II van Meetkerke, gestorven in 1535, befaamd rechtsgeleerde speelde een grote rol aan de zijde van de Prins van Oranje tijdens de godsdienstberoerten. Werd voorzitter van de Raad van Vlaanderen, doch nadien als partijganger van de Prins van Oranje uit het land verbannen.
Jacob III. In 1488-1489 beleefde het Oosthof moeilijke tijden. We lezen: ‘dat de Duitsers, de Henegouwers ende verlopen Vlamingen die hier en daar in garnizoen lagen in naam van de Roomse koning, 400 man sterk, alles roofden en uitplunderden te Varsenare, waar ze vergaderden, en in het omliggende, dat ze de parochie Jabbeke in brand staken en naar hun garnizoenen terugkeerden met 200 wagens geladen met allerlei voorraad en buit.’
Het kasteel werd in 1489 belegerd en gedeeltelijk vernield door een busmaker uit Brugge, Matheus Vleys die met Duitse garnizoenen uit Nieuwpoort en Diksmuide het Oosthof innam. Na gevangenneming werd hij onthalsd op de grote markt van Brugge.
Het kasteel werd herbouwd en heette een tijdlang het Nieuwhof.
In 1560 werd het gehele Oosthof, dat voordien gesplitst was in een Oost- en Westhof, verkocht.
Latere eigenaars van het Oosthof waren:
Jonkheer Jan de Baenst
Karel van Ghistel, Heer van Proven
Jan van Gistel
Karel Bremers, Ambrosius Bremers, Karel Bremers
Jan Georges Preston
Joos van den Broele
Geraard de Bergh
Karel le Gillon. Op het einde van de 17e eeuw kwamen Franse en Spaanse troepen om beurt de streek bezetten.’Op 28 februari 1683 staken de Spanjaards de dorpen in de kastelnij van Rijsel in brand en uit weerwraak deden de Fransen hetzelfde met een groot aantal dorpen van het Vrije. Ook Snellegem moest het ontgelden en de huizen op de dorpsplaats werden in brand gestoken.’
Het Oosthof werd niet gespaard; het kasteel, waarvan een tekening staat op de kaart van het Brugse Vrije in 1569 door Pourbus, werd door Franse soldaten gedeeltelijk afgebrand. Er blijft niet veel meer over van wat vroeger een kasteel werd genoemd.
Karel-François le Gillon woonde in Brugge in het Natiehuis der Biscayers. Het Oosthof werd als boerenhof verpacht.
Karel Hendrik le Gillon
Lodewijk-Emmanuel le Gillon (1707-1775)
Anselme van Caloen (1762-1825),Anselme van Caloen (1803-1876), Juffrouw Zoë van Caloen (1840-1923)
In 1924 werd het Oosthof openbaar verkocht en nadien meermaals verkaveld.
Leave a comment